Het klimaat in Zwitserland

De Alpen en de Jura maken het klimaat in Zwitserland interessant. In het heuvelachtige noorden zijn de zomers nat en met 22°C is het vrij koel. In de winter ligt het kwik een paar graden boven nul. Achter de Jura is het droger en warmer. In Geneve is het zomers 25°C. Aan de noord- en westzijde van de Alpen valt de meeste neerslag, in de winter in de vorm van sneeuw. Skipistes te over in dit gebied. Aan de zuidzijde aan de grens met Italië is het een stuk droger en warmer. Lugano heeft zelfs een zwak mediterraan klimaat.
 

Het wintersport klimaat in Zwitserland

Het zuiden en zuidoosten van Zwitserland worden bedekt door de Alpen en daar zijn de meeste skigebieden te vinden. Het noorden en westen liggen lager en worden ingeklemd door de Alpen en de Jura langs de grens met Frankrijk. Beide bergketens vormen een natuurlijke barrière en in dit lagere gebied ligt veel minder en soms helemaal geen sneeuw. De noordzijde van de Alpenketen is in de winter een stuk kouder dan de zuidzijde en de sneeuwkansen zijn daar ook het grootst. Maar ook in de Centrale-Alpen valt een stuk minder sneeuw door de afschermende werking aan beide zijden. De skigebieden liggen verspreid over het Alpengebied en het seizoen start op de meeste plaatsen in november-december. De gemiddelde maandtemperatuur ligt in de meeste valleien in maart rond of boven het vriespunt en het skiseizoen eindigt in april met een uitloop naar mei. De meeste pistes bevinden zich tussen 1000 en 3000 meter en vanaf een hoogte van 1200 meter valt de neerslag vaak in de vorm van sneeuw. De gemiddelde maandelijkse sneeuwval varieert tussen 50 en 100 cm. Alleen de hoogste Alpentoppen hebben een hooggebergteklimaat met een permanent bevroren ondergrond.